woensdag 6 december 2023

Zwarte Piet



Het was de dag na 5 december. Ik herinner de opstelling nog goed. 
Ik zat op een -met ecru skai bekleed- bankje aan de keukentafel van onze bovenwoning. 
Tegenover mij zat mijn moeder, rechts mijn 5 jaar oudere zus. 
Mijn moeder vertelde dat Sinterklaas en zijn zwarte Pieten niet bestaan. 

Oh, natuurlijk had ik wel vragen gesteld. 
Hoe het kon dat ik de jurk, die mijn moeder kreeg van Sinterklaas, 
al in de kast had zien hangen. 
En hoe het kon dat zwarte Piet altijd zo snel weg was 
na het pepernoten strooien in de huiskamer. 
Want na het strooien ging ik altijd snel kijken, in de hoop een glimp op te vangen van Piet. 
'Hij glijdt heel snel via de trapleuning naar beneden', zeiden mijn zussen. 
Dat strooien ging als volgt, er verscheen alleen een zwarte hand tussen de deur en het deurkozijn, en die hand strooide de pepernoten door de kamer. Dat vond ik altijd reuze -leuk- spannend. Het idee dat er een zwarte Piet in ons huis kwam, dat dat kon! Mijn zussen, die beurtelings een zwarte handschoen aantrokken, vonden het -wellicht in hun onschuld- grappig om mij zo te foppen.

Maar nu had ik zojuist gehoord dat Sinterklaas niet bestond. 
Ik was woest. 
Ik huilde en kon niet stoppen met huilen. 
Sinterklaas en de zwarte Pieten 
bestaan wél, zei ik. 
Ik hield van hen.

In de jaren daarna vierden wij als gezin ieder jaar Sinterklaas. 
Altijd met surprises en gedichten.
Het was in de tijd dat je nog blij was met een kladblok en kleurtjes.
Op een keer kreeg ik een mooie, door mijn vader zelfgemaakte poppenkast. Mijn moeder en zussen maakten daarbij met verschillende stoffen aangeklede poppen van papier maché.
Deze traditie hebben we nog een lange tijd, tot toen wij al volwassen waren, in stand gehouden.

Jaren later, in ons eigen gezin, vierden we ook altijd Sinterklaas, 
eerst met de kinderen van mijn man, en later ook met onze zoon.
Wel besloot ik open kaart te spelen naar onze zoon over het bestaan van Sinterklaas, 
mijn man kon daarmee instemmen.
Ik maakte een soort boekje waarin ik vertelde dat er heel vroeger wel een soort van Sinterklaas had bestaan en dat mensen nu nog steeds het sinterklaasfeest vieren. Maar dat Sint en Piet verklede en geschminkte mensen zijn, dat papa en mama de cadeautjes kopen en snoepgoed in de schoen stoppen. 
Evengoed vond onze zoon het leuk om het spelletje mee te spelen, 
hij legde in zijn schoen een wortel klaar voor het paard van Sinterklaas.
Natuurlijk vertelden we erbij dat andere kinderen wel in Sinterklaas konden geloven. 

Persoonlijk snap ik er helemaal niets van dat mensen het leuk vinden om kinderen voor de gek te houden en doen geloven in het bestaan van Sinterklaas. Ik heb daar helemaal niets mee. 
Een paar jaar geleden las ik een artikel, het ging erover dat kleine kinderen vaak gespannen en angstig kunnen zijn rond Sinterklaas. Een pedagoog gaf tips hoe je daarmee kon omgaan. Niemand komt blijkbaar op het idee om gewoon te vertellen dat het om geschminkte mensen gaat die een kostuum dragen. Ik geloof dat kinderen dat prima kunnen handelen. Misschien is het te vergelijken met kabouters, kinderen weten ergens dat ze niet bestaan, maar in de mythische wereld kunnen ze wel bestaan. Vergelijkbaar kan de rol van Sint en Piet zijn. Het doet m.i. geen afbreuk aan het plezier dat kinderen aan het sinterklaasfeest kunnen beleven.

De hele basisschool periode van mijn zoon waren zwarte Pieten nog zwart 
en dachten we daar verder ook niet over na.
Maar vanaf het eerste moment dat ik hoorde dat er mensen zijn die zwarte Piet als een racistische karikatuur zien en die hier ook gevolgen van ondervinden, was ik er direct voor dit beeld te wijzigen. 
 
'De knecht van Sinterklaas heeft volgens kenners inderdaad een link met slavernij, doordat hij werd afgebeeld als page. Moorse pages waren Noord-Afrikaaanse bedienden van de Spaanse adel. Ze waren wel degelijk tot slaaf gemaakt'. (Bron: https://npokennis.nl/longread/7472/waar-kwam-zwarte-piet-vandaan)
 In Wilders zijn verkiezingsprogramma programma staat: Handen af van onze tradities: Zwarte Piet, Kerstmis en Pasen blijven. Dat mede door de overwinning van de PVV bepaalde plaatsen kans zagen om de "zwarte Piet" weer in ere te herstellen, betreur ik zeer.
 
 Zou het voor kinderen uitmaken wat de kleur van Piet is, of dat zwarte Pieten door roetveeg Pieten worden vervangen? Ik denk van niet.
Tradities mogen m.i. bijgesteld worden. Het plezier is er niet minder om. 



 
 



zondag 7 mei 2023

Depressie


Oh, mirror in the sky, what is love?
Can the child within my heart rise above?
Can I sail through the changing ocean tides?
Can I handle the seasons of my life?
I don't know...
 
Landslide -Fleetwood Mac 


   
En het was een hele tijd stil op de blog van Livina Fluweeltje, 7 jaar lang. 
Wat was er aan de hand, 7 jaar geleden?


Volgens psychiater Bram Bakker krijgt een op de drie mensen -vroeg of laat- in zijn leven te maken met psychische problemen (bron: voorstelling 'Geen paniek'). In Nederland krijgt bijna 20 procent van de volwassenen ooit in het leven te maken met een depressie. Ongeveer een miljoen Nederlanders slikt antidepressiva en dit aantal blijft stijgen.
 
Wie kampt met een depressie bevindt zich in goed gezelschap. Om een paar bekende namen te noemen: Abraham Lincoln, Audrey Hepburn, Billy Joel, Charles Dickens, Harrison Ford, Princess Diana, Robin Williams, J.K. Rowling, Sigmund Freud, Vincent van Gogh, en vele anderen gingen je voor. Maar in de huidige tijd lijkt het taboe rondom depressie en psychische ziekten nog steeds aanwezig, ondanks dat er meer aandacht voor is in de media. De angst voor een stigma blijkt diepgeworteld te zitten.

'Positief denken' viert hoogtij in onze huidige samenleving. We moeten het leven vieren en vooral genieten. Via social media doen we ons best te laten zien hoe goed en leuk ons leven is. Zelfs als je met tegenslagen of ziekte te maken krijgt is het 'sterk' of 'knap' als je vooral positief blijft.
Iemand die een depressie heeft kan echter niet (meer) genieten, en kan eenvoudigweg niet positief denken. Dat is geen onwil of zwakte. Het is onvermogen. Depressie tast je vermogen tot levenslust aan en ontneemt je je vitaliteit.

'Somberheid is een groot taboe' zegt filosofe en schrijfster Désanne van Brederode. Psychotherapeute Riekje Boswinkel-Hummel spreekt uit eigen ervaring. Toen ze een periode somber werd, viel het haar op hoe onhandig mensen daarop kunnen reageren. De meeste mensen vinden het moeilijk om met een andermans leed om te gaan, ze proberen de persoon die in de put zit zo snel mogelijk af te leiden van zijn of haar gevoelens. Of ze gaan bagatelliseren, vergelijken of psychologiseren. Mensen weten vaak niet hoe ze gevoelens van pijn, verdriet en wanhoop met elkaar kunnen delen, aldus Riekje Boswinkel (bron: Libelle 18, 2016).

Volgens psychotherapeut Martin Apollo leven we in een calvinistische cultuur waarin we hebben geleerd niet lastig te zijn. We zijn fobisch geworden voor lijden. In zijn boek 'Leren lijden' stelt hij dat we ons vermogen om pech en afschuwelijke gebeurtenissen te aanvaarden, kwijt zijn geraakt.


In mijn laatste berichten, begin 2016, schreef ik dat ik met een 'innerlijk schoonmaakproces' bezig was. Hoe deed ik mijn best om een enigszins luchtige omschrijving te geven van wat zich vanbinnen afspeelde....
Geruime tijd daarvoor kreeg ik last van stemmingswisselingen. Ach, iedereen heeft wel eens een sombere dag, of en mindere periode, toch? Ik kende dat wel van mezelf. In 2000 had ik al eens een burn-out gehad. Ook toen was ik een periode niet blij. Wat somberen en piekeren...dat duurt een dagje of wat. Het gaat vanzelf weer over.
Maar wat ik nu voelde was heftiger en had ik nog niet eerder zo ervaren. Op sommige dagen leek er een grijs gordijn in mijn hoofd te hangen. Dit ging gepaard met intense somberheid.
In de herfst van 2015 bleef het niet bij grijze uren en dagen, het voelde soms dagenlang zwart in mijn hoofd. Ik had het gevoel alsof er een giftige slang in mijn hoofd was gekropen, die al kronkelend een venijnig gif in mijn hersenen achterliet. Alsof iets in mijn hoofd mijn vermogen tot 'gewoon' leven onmogelijk had gemaakt.
Het werd steeds moeilijker om het malen van gedachten te stoppen. Ook voelde ik me vaak buitensporig schuldig en schaamtevol. Beslissingen nemen ging me al helemaal niet goed meer af. Prikkels kwamen sterk binnen en het leek of ik ze niet meer kon filteren.
Ik werd soms bevangen door een vreemde apathie. Alles leek te veel. De katten binnenlaten en hun bakjes van brokjes voorzien, leek bijvoorbeeld al een te grote opgave. Ik sloot me meer en meer af van mijn omgeving. Ik was moe van alles. En nog het meest van mezelf. Ik voelde mij waardeloos, wat had ik nog toe te voegen?
  

Wat was er met mij, vroeg ik mij af..... Overgang? Psychische klachten die bij late Lyme voor kunnen komen? Was ik toch familiair of genetisch belast met depressie? Of was ik misschien, nu ik de vijftig gepasseerd was, in een existentiële crisis beland? Kon ik mijn -door mijn klachten beperkte- leven toch niet zo goed vorm geven als ik dacht?
Al probeerde ik wel gewoon door te gaan, inmiddels had ik wel door dat ik in het rijtje -kenmerken van depressie- een heleboel kon aanvinken. Ik trok me vaker terug in mijn eigen cocon, maar daar voelde het ook niet comfortabel meer. Nadat ik een paar keer onder de douche had gestaan met het gevoel dat ik het liefst met het douchewater in het putje wilde verdwijnen, voelde ik dat er iets goed mis was.

Ooit las ik in een tijdschrift: een depressie rukt je ziel uit je lijf. Ik had het gevoel dat mijn 'zelf' aan het afbrokkelen was, en doelloos was geworden. Naar de buitenwereld toe probeerde ik dat toch nog enigszins te verbergen. Alleen mensen die dichtbij stonden merkten wel dat het niet goed met me ging. Ik moest iets doen, maar kon niet beslissen wat...
 


'Geen wonder dat je geen beslissingen kunt nemen, je cortex is overbelast'.. zei de psycholoog die ik bezocht. Ze diagnosticeerde overbelasting en.... een depressie. Ging dit over mij?
Het grote, donkere en gevreesde woord was er uit. Ergens was het een opluchting eindelijk te weten en te snappen wat er aan de hand was.
De weken en maanden die volgden ging ik op rust. Èn aan het werk met mezelf. Ik las dat jezelf terugtrekken een kenmerk van depressie is. Mijn psycholoog gaf erkenning maar was soms ook confronterend: 'Je moet je niet terugtrekken', en zette me aan tot 'voelen'... Deed ik dat dan niet?

Een depressie is een stemmingsstoornis. Je (ware) gevoelens liggen niet meer aan de oppervlakte. Wanneer je piekert (en door somberheid in beslag wordt genomen) voel je niet echt. Eigenlijk had ik me al langere tijd verstopt achter wat ik werkelijk voelde...hoe kon ik daarmee naar buiten treden? Wat voor loser ben je, als je niet meer kunt genieten en dankbaar kunt zijn? Toch stimuleerde de psycholoog mij, om naar de omgeving toe kenbaar te maken wat er zich afspeelde in mijn leven.


Ik las in die periode verschillende boeken over depressie.  O.a. 'Ver heen' van P.C. Kuiper, 'Pil' van Mike Boddé en 'Zonnen in de regen' van Gwyneth Lewis. Ik was verbaasd hoe groot de herkenning was. Ook werkte ik, tijdens de therapie die ik volgde, met het boek 'Leef' van Gijs Jansen.   

Ik las o.a. het volgende, een depressie moet niet bestreden en bevochten worden, haar pijn moet worden gevoeld en worden doorleefd. We gaan niet ten onder aan onze pijn, maar aan de verloochening ervan, zei de psychologe Alice Miller.
'Het moment van vorm geven aan de wanhoop is het begin van genezing.' (Charlotte Salomon)
 
(Natuurlijk zal dit niet altijd en voor iedereen mogelijk zijn. Mensen met een ernstige depressie hebben soms een andere (medicamenteuze) behandeling nodig)
 


Een depressie doet je gaan door een grillig en onherbergzaam landschap. Een depressie weekt je los van het leven en ogenschijnlijke zekerheden. Een depressie is een loodzware deken waaronder je bedolven lijkt te worden.
In een stadium van diepe depressie werkt positief denken niet meer. Als je knetter depressief bent, kan je niet veel met mindfulness en dat soort (in jouw ogen dan) geneuzel. Het helpt dan echt niet om in je tuin je op die ene mooie bloem te focussen. Je ziet die bloemen niet... je neemt de tuin niet echt waar. Het helpt niet om te zeggen dat de zon schijnt. Of dat je je zegeningen moet tellen.

Ik herkende me vooral ook in de woorden van een lotgenoot die op een depressieforum het als volgt beschreef. Wanneer je depressief bent, heb je een roze bril afgedaan (waarschijnlijk was je voor die tijd niet eens bewust dat je een roze bril droeg). Je ziet dat mensen in je omgeving die roze bril nog wel dragen. Maar jij kijkt anders, je neemt jezelf en de wereld anders waar.

Aanvankelijk voelde ik een eerste opleving, begin 2016. Kon zelfs mijn depressie zien als een soort louteringsproces, een mogelijkheid om veranderingen aan te gaan. Maar in het vroege voorjaar kreeg ik een terugval, gevolgd door meerdere depressieve episoden.
Ik denk dat het tot ver in 2017 heeft geduurd, voordat ik de somberheid achter mij heb kunnen laten.

 
Hoewel het een langere tijd in beslag nam, is mijn depressie m.i. licht tot matig geweest. Er zijn mensen die aan zware (klinische) depressies of andere stemmingsstoornissen lijden, soms jarenlang of chronisch. Veel van deze patiënten lijden niet alleen aan de depressie, maar ook aan het onbegrip, aan eenzaamheid.
Ik maak een diepe buiging voor allen die een ernstige depressie (hebben) moeten doorstaan, maar ook voor hen die aan deze ziekte zijn overleden. Zelfmoord noemen we dat nog steeds. Mensen die door suïcide om het leven zijn gekomen zijn geen moordenaars, hun 'zelf' was naar alle waarschijnlijkheid al veel eerder 'dood'. Zij zijn overleden aan een zeer ernstige ziekte. Misschien moeten we eens stoppen dat woord -zelfmoord- te gebruiken.


Inmiddels ligt deze periode alweer jaren achter mij. Achteraf vermoed ik dat het mogelijk toch 'de overgang' is geweest. De invloed van hormonen is groot.
Misschien is het een levenskunst te noemen om je over te kunnen geven aan de 'seizoenen' die zich aandienen in je leven. Dat vraagt beoefening, een proces van vallen en opstaan.

Ik ben verder gegaan met mijn leven, en kan weer van het leven genieten! Ik voel mij weer sterk(er), ondanks dat ik fysiek gezien wel klachten heb door de chronische Lyme. De afgelopen jaren waren goed gevuld, naar draagkracht.
Ik ben bezig geweest met allerlei creatieve projecten. Er vonden diverse heugelijke gebeurtenissen plaats in mijn en ons leven. En soms waren er ook moeilijke gebeurtenissen, juist zoals het leven is.

Ik heb gemerkt dat het wat stil is geworden in (blogspot) Blogland. Bloggen lijkt niet meer zo in trek, waarschijnlijk hebben andere social media de mogelijkheden om dingen te delen overgenomen. Maar er zijn een aantal trouwe bloggers die door zijn gegaan in mijn kring van bloggers. 
Het plan is het bloggen weer op te pakken.

Met liefs en tot blogs!
 
Tot slot nog het mooie Landslide...
 

 















vrijdag 8 januari 2016

Komkommertijd in de winter

Time and time again

verleden jaar om
kwart over twee
had ik een wezenloos
goed idee

het is nu tien
voor half drie

(J.A. Deelder)


Allereerst wil ik jullie, lezers van mijn blog,
een heel goed 2016 toewensen!


Bestaat er zoiets als komkommertijd in de winter?


Zonder er nu heel bewust voor te kiezen
nam ik in de afgelopen weken een soort van blogpauze...
Ik heb, zoals de bloggers onder jullie wel gemerkt zullen hebben,
ook niet (veel) op jullie blogs gereageerd...

Het voelde goed om even een periode offline te zijn,
maar inmiddels geniet ik ook weer van
de vele nieuwe berichten in blogland.


En hoe fijn was het om in het afgelopen jaar te bloggen
en van alles te kunnen uitwisselen (met mensen
waarvan ik de meesten nog nooit in levenden lijve heb ontmoet)!
Ik vind het iedere keer weer bijzonder
jullie mooie, lieve en betrokken reacties te lezen.
Het voelt als een warm bad.
Hartelijk dank daarvoor!


Zelf ben ik nog volop bezig met mijn 'schoonmaakproces'
(zie mijn vorig bericht).
Ik hoef momenteel geen race met de klok aan te gaan
en dat bevalt goed (al is het soms niet makkelijk).
Leven bij de dag is een kunst
die ik me, beetje bij beetje, meer eigen probeer te maken.
Afgelopen week lukte dat bijzonder goed!


Koning Winter was neergestreken in het noorden....
Op dinsdagochtend was ik al voor 6 uur wakker,
ik werd gewekt door een bijzondere stilte.
De geluiden van het verkeer -op de aan ons dorp grenzende rijksweg-
die we meestal op dat tijdstip horen, bleven uit.


Drie dagen ijzel betekende drie dagen ijzelvrij en thuiswerken.
We kropen bij de kachel, de koffie pruttelde voortdurend,
we aten warme broodjes uit de oven
en hadden een ijsbaan voor de deur.


We waren omgeven door een verstilde witte wereld.


Op woensdag waagden we ons naar buiten en
maakten manlief en ik een wandeling rond het dorp,
al schuifelend en glibberend ;-)


Alles was gehuld in een laagje ijs, zelfs het kleinste grassprietje.


En alles leek in een trager tempo te gaan...
de rust voelde weldadig aan.


Ik vond het hele bijzondere dagen!


Meer winter opsnuiven?
Lees dan dit mooie verhaal (IJzelvrij) op de blog van Hannah
of kijk hier voor nog meer mooie wintertaferelen 
op de blog van Pauline (Diepvrieswereld)

Inmiddels is het weer dooi...de zon schijnt vandaag.
Een heel jaar strekt zich voor ons uit.

En de tijd ligt klaar...
als een nog niet uitgepakt cadeau.

Tot blogs!



donderdag 19 november 2015

Dresses from the past

Fashion is not something
that exist in dresses only.
Fashion is in the sky,
in the street,
fashion has to do with ideas,
the way we live,
what is happening.
 
Coco Chanel 
 
 
Het is november, maar ik heb nog regelmatig
 mijn zomerjas aan, en een paar dagen geleden
knipte ik de laatste rozen van de rozenstruik in onze tuin.
Binnenshuis ben ik bezig met een soort van 'herfstschoonmaak'.
Dit gaat, wegens een laag energiepeil,
in een heel rustig tempo,
maar beetje bij beetje wordt er van alles opgeruimd,
schoongemaakt en opgeknapt.
Sommige oude spullen, die geen functie meer hebben,
gaan weg, andere dingen krijgen een nieuwe bestemming. 
 

 
Ook in mijn 'innerlijk huis'
ben ik aan het opruimen en schoonmaken.
Gedachten en zorgen die geen doel (meer) dienen,
 of die niets toevoegen, mogen worden opgeruimd.
Niet haalbare wensen kunnen worden weggezet.
Ik moet (mag ;-)) een vernieuwde balans vinden
omdat ik al lange tijd, zowel fysiek als mentaal, overbelast ben.
Ook dat proces gaat in kleine stapjes
en gaat soms gepaard met tranen,
en met vallen en opstaan.
 
 
Door deze schoonmaak- en opruimprocessen,
zowel vanbuiten als vanbinnen,
loop ik als het ware door mijn eigen geschiedenis.
En zo kom ik ook allerlei kleine schatten tegen,
die ik tijdens mijn leven heb verzameld
en die mij dierbaar zijn.
Die zorgvuldig bewaard blijven
of een mooie plek krijgen.
 
 
In een eerder bericht (zie hier)
liet ik een van mijn eerste jurkjes zien.
In een stoffige doos op zolder
-met nog uit te zoeken kleding (wat stond die daar al lang)-
vond ik nog een jurkje, wat door mijn moeder is gemaakt.
Mijn moeder naaide vroeger veel van onze kleding
en leerde mij, en mijn zussen, ook de kneepjes van het vak.
 
 
 
 
Al op jonge leeftijd maakte ik kleertjes
voor mijn poppen en barbies,
en wat later ook kleding voor mezelf. 
Ik was denk ik een jaar of 14/15,
toen ik deze witte jurk van India katoen maakte.
Het bovenstuk versierde ik met schaduwborduurwerk.
 

 
Een andere jurk, die uit de doos kwam, is een oude verkleedjurk
die vroeger dienst deed als prinsessenjurk.
Deze jurk hadden we gekregen van een tante,
en lijkt me een originele jaren 50 jurk.
Ik kan hem (of moet ik zeggen haar) nog steeds aan.
(deze foto's maakte ik eind september)
 

 
 Vervolgens haalde ik een -voor mij wel heel speciale- jurk
uit een plastiek hoes: mijn trouwjurk!
De jurk is gemaakt van ivoorkleurige zijde,
en droeg ik, met een big smile op mijn gezicht,
op een mooie lentedag in 1997.
 

 
De jurk die de pop draagt is gemaakt van de stof
van de trouwjurk (uit 1956) van mijn moeder.
Er moet ook nog een bijpassend tasje zijn,
die heb ik nog niet gevonden.
 
 
 Dan een laatste jurk die voor mij heel bijzonder is:
de jurk die ik vorig jaar kocht voor de bruiloft van mijn stiefdochter.
(Voor deze gelegenheid mocht er natuurlijk diep in de buidel getast worden.)
Ik droeg de vintage-achtige jurk
(van het Deense merk Edith & Ella) met een parelketting,
hooggehakte schoenen en een bijpassende blazer ;-).
 

 
Ik hou van jurken met een knipoog naar vervlogen tijden.
Een paar jaar geleden kreeg ik het boek Droomjurken.
 
 
Hierin staan patronen van jurken die zijn geïnspireerd op 'beroemde jurken'
van bv. Bette Davis, Jackie Kennedy, Audrey Hepburn, e.a..
 


 
Bij het zien van zoveel mooie jurken werd Muis helemaal enthousiast,
en wilde ook graag een nieuwe jurk.
Met stippen en mooi opgestikt sierband.
En ja... een muizenjurkje is snel gemaakt.
 


 
Tot slot....
Toen ik dit bericht nog eens bekeek,
zag ik dat er op heel veel foto's een roos staat afgebeeld.
Niet eens zo zeer bewust, maar ik vind het wel een mooi symbolisch beeld.
De roos als symbool voor liefde, schoonheid en het leven.... 
 
 
 
Just remember, in the winter
Far beneath the bitter snow
 Lies the seed, that with the sun's love
 In the spring, becomes the rose
 
(Bette Midler-The Rose)
 
 


dinsdag 6 oktober 2015

Karen Blixen en 'Het huis aan de Sont'


"Do you know a cure for me?" 
"Why yes," he said,
"I know a cure for everything. Salt water."
"Salt water?" I asked him.
"Yes" he said, "in one way or the other.
Sweat, or tears, or the salt sea."

Karen Blixen, Seven Gothic Tales

(Denemarken, eiland Møn 2006)

De film 'Out of Africa'
(een verfilming van het gelijknamige
en autobiografische boek van Karen Blixen)
was een van de eerste films die ik in de bioscoop zag.
Ik weet nog goed hoe ik diep onder de indruk was...
Toen iedereen na de film de bioscoopzaal verliet,
bleef ik nog een tijdje zitten en luisterde,
 terwijl de tranen over mijn wangen biggelden,
naar de laatste muziek.
Ik kocht direct een LP van de filmmuziek
en heb de film daarna nog heel wat keren bekeken.
Sommige passages kende ik zelfs uit mijn hoofd,
zoals de mooie uitspraak van Denys Finch Hatton:

We're not owners here, Karen.
We're just passing through.


Misschien herkende ik -als begin twintiger-
Karens verlangen om uit de bekende
(en soms beknellende) kaders te willen breken,
maar anderzijds ook haar verlangen naar verbondenheid
en de hunkering om bij iemand te willen horen.
 Haar levensverhaal boeide mij enorm, 
hoewel ik toen al wel besefte dat dat in de film
natuurlijk behoorlijk geromantiseerd werd.

 Toen ik afgelopen zomer een recensie las over 'Het huis aan de Sont',
 was mijn belangstelling onmiddellijk gewekt.
Hoe was het verder gegaan met Karen?


In onze laatste vakantieweek las ik het boek in een adem uit.
Het zomerde nog behoorlijk en in onze tuin was het goed toeven.



De journaliste en schrijfster Dolores Thijs bezocht in 1986
Karen Blixens huis en landgoed Rungstedlund (nabij Kopenhagen). 
Ze ontmoette daar haar huishoudster, Caroline Carlsens,
die een lange periode voor Karen had gewerkt en 
na Karens dood op het landgoed was blijven wonen.
Na deze ontmoeting volgden er meer ontmoetingen en gesprekken.  
Dolores Thijs kreeg een schat aan informatie
over het leven wat Karen Blixen, na haar terugkeer uit Afrika, had geleid.
Dit resulteerde jaren later in een boek wat afgelopen voorjaar uitkwam.
Dolores Thijs vertelt het verhaal vanuit Caroline Carlsens.
In het boek wordt op een ontroerende wijze beschreven
hoe de levens van de twee vrouwen zich vervlechtten
tijdens hun jaren samen, vanaf  het voorjaar van 1949
tot Karens overlijden in september 1962.
 

Karen woonde vanaf 1931 aanvankelijk met haar moeder
en later alleen met haar personeel
(huishoudsters, tuinman en secretaresse) op Rungstedlund.
Ze vormden samen een soort van gezin,
waarbinnen de zoon van Caroline Carlsen een bijzondere en belangrijke plek kreeg.
 Ik vond het boeiend om het dagelijks leven,
met de gewone maar ook de bijzondere gebeurtenissen, van deze mensen te volgen.




Als er één thema is
wat zich herhaaldelijk in Karens leven aandiende, is het wel 'loslaten'...
(ongetwijfeld heeft ze het werk van Rainer Maria Rilke gelezen).
Op jonge leeftijd verloor ze haar vader,
hij leed aan syfilis en stierf een zelfverkozen dood.
Later moest ze afscheid nemen van haar geliefde Afrika,
waar ze haar bedrijf en grote liefde Denys verloor,
en waar ze dierbare vriendschappen achter zich moest laten.
Ze moest afstand doen van haar kinderwens,
en verloor haar gezondheid doordat ze zelf ook syfilis kreeg.
Ze schrijft hierover in een brief aan haar moeder:
"Het lot van mijn vader heeft zich vreemd genoeg in mijn eigen leven herhaald"

(De infectieziekte syfilis is -net als de ziekte van Lyme- een multi-systeemziekte,
die wordt veroorzaakt door een spiraalvormige bacterie.
Er wordt wel gezegd: "Als men syfilis kent, dan kent men de geneeskunde".
(bron: zie hier
Bezien vanuit mijn eigen ervaringen en inmiddels opgedane kennis,
herken ik een opvallend aantal gelijkenissen). 


Ondanks haar vele verliezen probeerde Karen
steeds opnieuw het leven te 'leven'.
Ze ging schrijven,
"All sorrows can be borne if you put them into a story",
aldus Karen, ze ging graag op reis en gaf feestelijke diners.
Ze plukte dagelijks bloemen in haar tuin
en zette haar huis vol mooie zelfgemaakte boeketten.
"Bloemen behoren tot de wonderen van het leven, Madam Carlsen"
zo zei ze tegen Caroline.


Maar Karen voelde zich ook vaak afgesneden van het leven
en kende perioden waarin ze terugtrok, en ziek en depressief was.
Ze kon zich soms grillig en eisend uiten naar haar omgeving toe.
Madame Carlsen bleef,
ondanks dat het haar soms ook moeite koste,
zeer loyaal aan Karen.
Aan het eind wordt heel aangrijpend beschreven hoe
ze Karen tot aan haar sterfbed en dood vergezelde.
En dan wordt ook nog meer duidelijk,
hoe Karen en Caroline voor elkaar van grote betekenis zijn geweest.



Inmiddels heeft de herfst zijn intrede gedaan, ook in onze tuin...
Ik heb het boek Een lied van Afrika bij de bibliotheek gereserveerd.

Ik heb bemerkt dat ik, wat vaker dan anders,
onderweg even stop
om langs de kant van de weg wat bloemen te plukken
 en ik zet regelmatig een mooi boeket in ons huis.

En als ik het boek zie liggen
is het is net alsof Karen glimlachend haar goedkeuring geeft... 


 “Difficult times have helped me
to understand better than before
 how infinitely rich and beautiful life is in every way,
and that so many things that one goes worrying about
are of no importance whatsoever.” 

Karen Blixen
(Letters from Africa, 1914-1931)